In verband met een ongeldige proeftijd zou de werkgever aan de werknemer het loon over 13 maanden, ofwel zo’n 56 weken, moeten doorbetalen. Dit terwijl de werknemer ongeveer 3 volle weken heeft gewerkt. De kantonrechter matigt op grond van de wet de loonvordering van de werknemer tot drie maanden wegens een wanverhouding tussen de gewerkte periode en de loonperiode, het feit dat de werknemer weer in haar eigen kapperszaak is gaan werken en het feit dat de werkgever inmiddels financieel in problemen verkeert. Bij een geldige proeftijd had de werkgever aanzienlijk minder risico’s gehad. http://goo.gl/hyKjR

Continue Reading →