Een studiekostenregeling kan een werknemer verplichten om (een deel van) zijn studiekosten terug te betalen wanneer zijn arbeidsovereenkomst eindigt. Een dergelijke regeling kan bijvoorbeeld worden opgenomen in een arbeidsovereenkomst of in een toepasselijke CAO. Als een studiekostenregeling echter zowel in de CAO als in de arbeidsovereenkomst is opgenomen, dan kunnen zich interpretatieverschillen voordoen. De vraag is dan hoe hiermee moet worden omgegaan. In een recente uitspraak van 3 december 2013 heeft de Kantonrechter te Zwolle zich uitgelaten over de samenloop van een studiekostenregeling in een toepasselijke CAO en in een arbeidsovereenkomst. 

Wat is hier aan de hand?
Een werknemer heeft op kosten van zijn werkgever een opleiding gevolgd. In de studiekostenregeling in de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de werknemer de kosten terug moet betalen indien de studie niet behaald wordt of indien hij op eigen verzoek of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de studie of binnen vier jaar na indiensttreding. In de toepasselijke CAO is echter bepaald dat de werknemer de kosten van de opleiding dient terug te betalen indien hij binnen twee jaar na beëindiging van de opleiding vrijwillig het bedrijf verlaat.

Op een gegeven moment heeft de werkgever laten weten dat hij de arbeidsovereenkomst van de werknemer niet gaat verlengen. De werkgever heeft nog wel aangeboden dat de werknemer in dienst kan treden bij een bedrijf waar de werkgever mee samenwerkt. De werknemer heeft dat afgewezen. Bij de eindafrekening heeft de werkgever een deel van de door hem voorgeschoten studiekosten ingehouden.

De werkgever stelt op basis van de studiekostenregeling in de arbeidsovereenkomst dat de werknemer tot gedeeltelijke terugbetaling van de gemaakte opleidingskosten is gehouden, omdat de arbeidsovereenkomst binnen vier jaar na indiensttreding is geëindigd en vordert betaling van het restant aan vergoede studiekosten. De werknemer concludeert dat hij niet hoeft terug te betalen en vordert op zijn beurt uitbetaling van het bedrag dat op de eindafrekening van de werknemer (vakantiegeld, vakantiedagen e.d.) is ingehouden.

De uitspraak
Als de werkgever het initiatief neemt tot het eindigen van de arbeidsrelatie, is de werknemer volgens de regeling uit de CAO niet tot terugbetaling van opleidingskosten gehouden. De studiekostenregeling in de arbeidsovereenkomst wijkt daarvan volgens de Kantonrechter op onduidelijke wijze af.

De Kantonrechter concludeert dat de CAO-regeling voorrang heeft. Volgens de Kantonrechter is de studiekostenregeling in de arbeidsovereenkomst namelijk onduidelijk en onbegrijpelijk. Bij twijfel over de betekenis van een contractuele bepaling in een arbeidsrechtelijke overeenkomst heeft de voor de werknemer meest gunstige uitleg te prevaleren. In dit geval moet volgens de Kantonrechter worden vastgesteld dat de terugbetalingsregeling in de CAO een wezenlijke andere, voor de werknemer veel gunstiger inhoud kent dan de regeling die is opgenomen in de arbeidsovereenkomst. Hoewel dit niet uitdrukkelijk in het oordeel wordt vermeld, heeft deze uitkomst er ongetwijfeld mee te maken dat de CAO een zogeheten minimumkarakter heeft. Dat betekent dat de werkgever alleen in voor de werknemer gunstige zin van de CAO mag afwijken. De werkgever moet zich dus letterlijk ‘minimaal’ aan de CAO houden en betere voorwaarden kunnen dan altijd.

De Kantonrechter wijst de vordering van de werkgever al met al af en veroordeelt de werkgever tot betaling van het bedrag wat hij eerder op de eindafrekening heeft ingehouden.

Concluderende opmerkingen
Het is van belang om een studiekostenregeling duidelijk te formuleren. Als een studiekostenregeling onduidelijk is, zoals in deze zaak, kan de rechter deze onduidelijkheid namelijk in het nadeel van de werkgever uitleggen. Op onze website vindt u meer informatie over waaraan een studiekostenregeling dient te voldoen.

Indien er een CAO van toepassing is, dan is het belangrijk om goed te kijken of daarin een regeling is opgenomen over studiekosten. Het is mogelijk dat die regeling voldoende is en dat de werkgever niet apart een studiekostenregeling hoeft overeen te komen. Dat zal onder andere afhangen van de vraag of in de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat de geldende CAO en eventuele wijzigingen daarop deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst en uiteraard van de inhoud van de regeling in de CAO.

Bij twijfel kan de werkgever het beste ook in de arbeidsovereenkomst –of in een latere aanvulling daarop– een studiekostenregeling opnemen die voldoet aan de CAO.

Verder kan het voorkomen dat de Kantonrechter, ook bij een duidelijke en correcte regeling, het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar acht dat de werknemer de studiekosten terug moet betalen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als eerder vertrokken werknemers de studiekosten niet terug hoefden te betalen. Andere situaties zijn uiteraard ook mogelijk.

Meer weten?
Hebt u nog vragen naar aanleiding van dit onderwerp of wilt u een concrete situatie laten toetsen? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag verder.

Link naar de uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2013:3571